Reactie Egbert Fokkema op: Als de spanning oploopt

Ik wil hiermee reageren op de artikelen in het blad van vorige keer "Niemand hoeft weerloos te zijn......" en "Als de spanning oploopt". Er staat een paar handige tips in de tien punten. Een aantal daarvan is zelfs zeer bruikbaar om ervoor te zorgen dat de spanning niet hoog oploopt, zoals punt 4: de lichaamstaal en punt 5: de zacht-hard methode.

De discussie over veiligheid op school, heeft ook mij aan het denken gezet. Ik geloof dat praten over de veiligheid op school een stap overslaat. Je moet je eerst afvragen, waar die agressie vandaan komt. Ik praat uit ervaring, opgedaan op het VMBO, waar ik inmiddels 25 jaar heb les gegeven. Het lijkt erop, dat ouders hun kinderen tegenwoordig niet meer opvoeden. (Vergeef mij de generalisatie). Kinderen komen op school met - laten we zeggen - een zwak gevoel van normen en waarden. Misschien zelfs wel zonder. We kunnen dan wel met een beschuldigend vingertje naar ouders wijzen, omdat die in gebreke zijn gebleven, maar wat helpt dat ons? Niets. Dus, we doen er wat aan. Wat? Zelf gaan opvoeden.

Laten we beginnen met mijn uitgangspunt: ik respecteer leerlingen, net als "grote mensen". Ik vertel ze dat ook en zeg daarbij, dat ik dus ook verwacht met respect door hen behandeld te worden. Hier zie je al verbazing. Ze zijn niet gewend om gerespecteerd te worden. Wanneer ik ze uitleg, dat ieder mens (dus ook zij) talenten heeft, die ze kunnen ontwikkelen door te doen waar ze goed in zijn, dan krijg ik opmerkingen als: "Dat mag u mijn ouders dan wel eens vertellen, want ik krijg alleen maar te horen wat ik verkeerd doe." En dat is heel triest.

Een groot stuk van de agressie komt voort uit de voortdurende negativiteit, waarmee de jeugd benaderd wordt. Hun zelfrespect is vaak ver te zoeken. Doordat VMBO leerlingen wel mondig zijn, maar niet taalvaardig, uit kwaadheid zich vaker in handelen, dan in discussie. Het is moeilijk te zien, dat wat thuis werkt, niet in de maatschappij werkt. En daar komt dus het opvoeden om de hoek kijken.

Twee leerlingen, komen mijn lokaal binnen, terwijl ik op de gang in gesprek ben met een collega. Ze groeten vriendelijk, maar....... lopen tussen ons door het lokaal binnen. Later leg ik ze uit, dat het netter is om achter ons langs het lokaal binnen te gaan. Ze kijken verbaasd, putten zich uit in excuses en zullen het nooit meer doen. Misschien hebben ze wat geleerd. We zijn geneigd als volwassenen dit als bekend te veronderstellen bij onze leerlingen en reageren dan negatief op hun gedrag, want dat zullen ze toch wel geleerd hebben. Die negativiteit wekt bij hen (misschien een milde) kwaadheid op en hebben ze dan iets geleerd? Het lijkt zo voor de hand te liggen, dat leerlingen omgangsnormen hebben geleerd, maar ligt dat tegenwoordig nog wel zo voor de hand? Ik geef tegenwoordig ook sociale vaardigheidstraining. Het blijkt dat veel leerlingen die voor de hand liggende omgangsnormen helemaal niet kennen. WIJ moeten ze die aanleren. Bovendien zijn lessen als "omgaan met kritiek" en "conflict" erg leerzaam en dan niet eens alleen voor leerlingen. Voorwaarde voor het omgaan met leerlingen en zeker als we een stuk opvoeding willen overnemen, is respect. Als je dat niet voor een leerling kunt opbrengen, ga ander werk doen of koop een kogelvrij vest.

Vanuit dat respect worden we dan ook niet kwaad, als leerlingen zich niet aan de regels houden, maar leggen we uit wat we van ze verwachten. Ik gebruik daarbij een combinatie van de punten 4 en 5, die genoemd worden in "Als de spanning oploopt".

In punt 4, lichaamstaal, wordt gesproken over oogcontact maken en laten merken dat je luistert naar de leerling. In punt 5, de zacht-hard methode wordt gesproken over benoemen wat de leerling doet en het geven van "ik-boodschappen" , zoals: "Ik wil niet ........".

Oogcontact maken en luisteren, is een teken van respect, van accepteren dat een leerling kwaad is. Je respecteert daarmee hemzelf en wat hij voelt. Het gaat er hier niet om of een leerling "gelijk" heeft of niet. Wat hij voelt, is voor hem op dat moment waar en je laat zien dat je daar begrip voor hebt. Door te zeggen wat je zelf vindt, voorkom je dat je een leerling "beschuldigt" of "afwijst". Jij-boodschappen bevatten altijd een wijzend vingertje in de richting van de leerling en dat zal de situatie eerder verergeren. Wanneer een leerling boos of onbeschoft reageert, zeg ik bijvoorbeeld: "Ik heb op het moment niet het gevoel dat je me met respect behandelt. Ik heb wel respect voor jou, ik verwacht dat terug". Ik heb daarmee benoemd hoe de leerling zich gedraagt en gelijk ook aangegeven dat ik het onacceptabel vind. In bijna alle gevallen, vervalt hij in wat gemompel, vaak zegt hij "sorry" en komt de discussie op gang met een: "Ja maar........." en daarmee is het gesprek geopend. Word ik kwaad en scheld ik hem uit.......... moet ik verdergaan?

Duiden helpt vooral bij ondergronds verzet. Je kent het wel: een leerling zegt "Ja", maar toon en intonatie geven aan, dat hij "nee" zegt. De rest van de klas gniffelt.... waarom? Omdat ze dat perfect aanvoelen, net als jij. Reageer je kwaad, stuur je hem eruit, dan "snapt niemand er iets van", want hij zei toch "ja"? Wat is er dan mis. Ik doe dan altijd alsof ik in de war ben. "Eh......... dit snap ik niet...... je zegt ja en tegelijkertijd zeg je met je toon en je gezicht "nee". Wat bedoel je nou?" Geen gelach, maar stilte. Het gedrag is benoemd en opengebroken. In bijna alle gevallen zegt een leerling nu "ja" op de manier, zoals wij dat graag willen. Gemeend dus.

Twee leerlingen zitten voortdurend te praten, terwijl ik ze al herhaaldelijk gevraagd heb hun mond te houden, omdat een paar leerlingen in de klas een repetitie zitten in te halen. Wanneer ik nu zeg: "Meiden, wat willen jullie nou? Je weet dat je je mond moet houden, dus je zit opzettelijk te praten. Jullie negeren opzettelijk mijn verzoek om je mond te houden, waarom? Wat willen jullie nu bereiken?"

Je beschrijft het gedrag en vraagt ze naar het doel ervan. Dat weten ze niet en ze houden verder hun mond. Ik geef toe, dat je dit moet leren. Oefening baart kunst en als je ermee begint, zul je ongetwijfeld een keer de vraag krijgen: "Goh heeft u psychologie gestudeerd?" Dat is een compliment, want het betekent "U begrijpt ons".

Ik heb in al die jaren ook geleerd om te herkennen wanneer een leerling echt kwaad is. Het maakt me dan niet uit, of hij het fout ziet of niet. Als hij echt kwaad is, zit er iets fout. Ik neem hem mee de gang op en vraag steevast: "Waarom ben je zo kwaad?" Dan krijg ik het verhaal. Vaak genoeg heeft dat niets met mij te maken, maar met een voorgaande les of zelfs de situatie thuis. Als je doorvraagt, geeft de leerling zichzelf antwoord: de kwaadheid was er al en het was niet terecht, dat die nu naar buiten kwam alleen maar omdat het "even niet mee zat". Uitleggen dat het op deze manier van "kwaad tot erger" gaat, lost doorgaans het probleem weer helemaal op.

Autoriteit was vroeger een vanzelfsprekendheid voor burgemeester, politieagent, schoolhoofd en notaris. Tegenwoordig moeten we dat verdienen. Leerlingen willen eerst zien of we hun respect wel waard zijn. Op de bovengenoemde manier lukt het mij om respect van mijn leerlingen te krijgen, waardoor ze me de autoriteit toekennen die ik nodig heb om les te kunnen geven.

Het doel van mijn betoog is, duidelijk te maken dat als wij -docenten- ons gedrag aanpassen aan de "eisen van de tijd", we een hoop agressie kunnen voorkomen. Door leerlingen te respecteren als mensen en ze een stuk opvoeding mee te geven. De maatschappij verandert, dus wij moeten ook. Als we dat niet doen, halen we de 65 jaar niet voor de klas. (Of is het al 70 geworden?) We hebben scholing nodig, wij als docenten. Wat nu "even" als tien punten in een onderwijsblad wordt genoemd, dient deel uit te gaan maken van de lerarenopleiding. Bovendien moeten wij het ons eigen kunnen maken door uitgebreide rollenspelen en dan "hoeft niemand weerloos te zijn tegenover een agressieve leerling".

 


E.R.A. Fokkema, leraar VMBO. Dit is een reactie van de heer Fokkema op artikelen die zijn verschenen in het Onderwijsblad van de Aob en is met zijn toestemming herplaatst op: www.plenty-online.nl.